
NOTTEBOHMZAAL
ERFGOEDBIBLIOTHEEK HENDRIK CONSCIENCE
Hendrik Conscienceplein 4

Het gebouw – de 'Sodaliteit' – werd in de 17e eeuw door de Jezuïeten opgetrokken voor broederschappen of sodaliteiten. In 1879 werd het door de stad gekocht om er de Stadsbibliotheek in onder te brengen. De Nottebohmzaal bevindt zich in het oudste deel van de Bibliotheek. Naast boekenmagazijn en tentoonstellingsruimte doet ze dienst als bewaarplaats voor bijzondere schenkingen en topstukken zoals De globes van Blaeu.
In deze ruimte tonen Gideon Kiefer en Jeffe de Brabandere nieuw werk waarvoor ze zich beide lieten inspireren door de locatie enerzijds, en de Openbaring van Johannes (De Apocalyps) anderzijds. Volgens de Openbaring lag er op de troon van God een boek met zeven zegels. Van zodra het Lam Gods (Cf. Jezus) de eerste vier zegels verbrak, kwamen er vier ruiters tevoorschijn die het einde der tijden aankondigen. De eerste ruiter op een wit paard, symboliseert de antichrist die de wereld wil veroveren. Een tweede ruiter op een rood paard staat voor het bloedvergieten tijdens oorlogen. Een derde ruiter op zwart paard verbeeldt de hongersnood. En de laatste ruiter op een vaalgeel paard staat symbool voor de dood.
In een reeks van vier sculpturen toont Jeffe De Brabandere (°1998, Antwerpen) een eigen interpretatie van de ruiters. Het oeuvre van De Brabandere omvat twee overkoepelende thema’s: geschiedenis en dieren. We weten niet hoe dieren de wereld ervaren, hoe ze denken, wat ze voelen. We zien hen als ‘de andere’, terwijl we zelf ook een diersoort zijn. Dit geldt ook voor geschiedenis. Historische verhalen zullen altijd interpretaties zijn, waardoor er steeds een onzeker element in schuilt.
De Brabandere onderzoekt deze thema’s door het assembleren – en haast koesteren – van gevonden, oude en gerecycleerde materialen, en dierlijke beenderen, tanden en schedels. De kunstenaar liet zich rechtstreeks inspireren door de collectie van de bibliotheek en de globes in de zaal, wat o.a. te zien is in de ronde terracotta vorm bij De Vaalgele Ruiter (2022). De vertaling van terracotta is tevens ‘gebakken aarde’, een symbolische verwijzing naar de opwarming van de aarde. Ten slotte vormen pagina’s uit het boek De vier uyterste van den Mensch een belangrijk element. Dit boek werd rond 1750 gedrukt aan de Melkmarkt, wat net om de hoek van de bibliotheek gelegen is. Via relicten van tijd en dier confronteert De Brabandere de toeschouwer met de eindigheid: alles is vergankelijk.
Gideon Kiefer (°1970, Neerpelt) werkt doorgaans rond zijn eigen herinneringen en hoe deze doorheen de jaren vervagen, vervormen of zelfs volledig fout blijken te zijn. Deze herinneringen koppelt hij vervolgens aan universele sociale en maatschappelijke kritiek, en specifieker aan de huidige klimaatcrisis. Voor deze nieuwe reeks baseerde hij zich eveneens op Apocalyps, een serie houtgravures uit 1498 van Albrecht Dürer (1471-1528), die overigens in de 16e eeuw een tijdje op slechts 200 meter van de huidige Erfgoedbibliotheek woonde. De reeks treedt daarbij in directe dialoog met een authentieke houtgravure van Dürer: Verschijning van de Apocalyptische vrouw en de zevenkoppige draak. Kiefer verweeft handig eigen herinneringen met een toenemende angst voor de klimaatcrisis en Dürers visie op het einde ter tijden. Iets wat niet erg veraf lijkt wanneer we kijken naar de snelheid van de klimaatverandering, waarbij wetenschappers waarschuwen dat we afstevenen op een Climate Endgame, waarna er geen weg terug is.
In het jaar 1500 geloofde men dat de wereld zou vergaan. Nu, meer dan 500 jaar later lijkt dergelijke angst opnieuw realiteit. Met hun werk zetten zowel De Brabandere als Kiefer de toeschouwer aan te reflecteren over de tijdelijkheid van ons bestaan en de eindigheid van onze planeet.